Week 36

Lang kort
10-8-6-4-2 minuten P = 2 minuten. Tempo: begin moet eindtempo zijn. 10 minuten inlopen met 3 sprintjes. Na afloop 5 minuten uitlopen.

200 meter
4 X (5 X 30 sec). P = 60 sec. SP + 3 minuten. Tempo: hoog. 10 minuten inlopen met 3 sprintjes. Na afloop 10 minuten uitlopen.

Week 35

400 meter
10 X 1 1/2 minuut. P = 2 minuten. Tempo: begin moet eindtempo zijn. 10 minuten inlopen met 3 sprintjes. Na afloop 10 minuten uitlopen.

800 meter
10 X 3 minuten. P = 2 minuten. Tempo: begin moet eindtempo zijn. 5 minuten inlopen met 3 sprintjes. Na afloop 5 minuten uitlopen.

Week 34

kort-lang-kort
3 X (2-4-2 minuten). P = 1 minuut, SP = 3 minuten. Tempo: hoog. 10 minuten inlopen met 3 sprintjes. Na afloop 10 minuten uitlopen.

1000 meter
6 X 5 minuten P = 2 minuten, Tempo: D3, 5 minuten inlopen met 3 sprintjes. Na afloop 5 X 100 meter.

Week 33

200 meter
15 X 30 sec. P = 60 seconden. Tempo: hoog. 10 minuten inlopen met 3 sprintjes. Na afloop 10 minuten uitlopen.

35 minuten loop
35 minuten aaneengesloten lopen op een laag tempo. 5 minuten inlopen met 3 sprintjes. Na afloop 5 X 100 m.

Week 32

400 meter
10 X 1 1/2 minuut P = 2 minuten. Tempo: begin moet eindtempo zijn. 10 minuten inlopen met 3 sprintjes. Na afloop 10 minuten uitlopen.

300 meter
15 X 1 minuut P = 2 minuten. Tempo: begin moet eindtempo zijn. 10 minuten inlopen met 3 sprintjes. Na afloop 10 minuten uitlopen.