Week 35

8 X (1 1/2 min - 30 sec.). P = 30 sec. SP = 2 min. Tempo: hoog. 10 minuten inlopen met 3 sprintjes. Na afloop 10 minuten uitlopen.///
10 minuten loop.
4 X 10 minuten. P = 3 minuten. Tempo: laag D3. 5 minuten inlopen met 3 sprintjes. Na afloop 3 X 100 meter.

Week 34

50 minuten loop
50 minuten aaneen gesloten lopen op een laag tempo, na 30 minuten 60 seconden versnellen. 5 minuten inlopen met 3 sprintjes. Na afloop 3 X 100 meter.///
200 meter
4 X (5 X 30 sec.) P = 2 minuten, SP = 4 minuten. Tempo: heel hoog. 10 minuten inlopen met 3 sprintjes ( volledig 10 minuten inlopen). Na afloop 10 minuten uitlopen.

Week 33

10 X 1 1/2 minuut, P = 2 minuten. Tempo: begin moet eind tempo zijn. 10 minuten inlopen met 3 sprintjes. Na afloop 10 minuten uitlopen.///
15 X 60 sec. P = 2 minuten. Tempo: hoog. 10 minuten inlopen met 3 sprintjes. Na afloop 10 minuten uitlopen.

Week 32

2000 meter
4 X 10 minuten, P = 3 minuten, Tempo: D3 laag. 5 minuten inlopen met 3 sprintjes. na afloop 10 X 100 meter.///
250 meter.
2 X (6 X 45 sec), P = 2 minuten, SP = 4 minuten. Tempo: hoog. 10 minuten inlopen met 3 sprintjes. na afloop 10 minuten uitlopen.